dinsdag 8 oktober 2019

And now for something completely different

Abidjan – Yamoussoukro – Abidjan – Grand Bassam // 14 juni tot 9 juli 2019 // Soundtrack by Red Zebra

Forget about Dakar. Als er in West-Afrika één stad het label van moderne metropool verdient, dan is het Abidjan. Hier vinden we alles terug waarvan we een gans leven lang geleerd hebben dat we niet zonder kunnen. Ongeloofelijk sexy is Abidjan m.i. dan ook niet, maar ze is hoedanook een welgekomen afwisseling na de laatste spartaanse maanden.

Terwijl ik thuis zelden tot nooit een stap in shopping malls zet, verheven ze zich hier tot heuse highlights. In hun typische steriele sfeer slenteren we van de ene naar de andere. We vinden alles wat onze harten begeren; een speciale vermelding voor airconditioning en vooral kaas is hier op z’n plaats. Gouda, Chaumes, Camembert, … Miljaar, dat was lang geleden.

Moesten we het willen kunnen we onze afgedragen afgebleekte shirts inruilen voor de modegrillen van’t seizoen, of onze outfits upgraden met de duurste horloges en sierlijkste sieraden. Hmm. Nee. Toch maar niet. We verkennen liever een ander deeltje van deze miljoenenstad: kunstgalerijen, het central business district, restaurants, ijssalons, grote markten en achterbuurten. We laten ons van hot naar her rijden met de taxi: want met het openbaar vervoer raken we niet verder dan van’t kastje naar de muur.

Abidjan heeft niet enkel een heuse skyline in petto, maar ook gigantische geasfalteerde autostrades, promenades, een eigenwijze architectuur, straatverlichting, vuilbakken en reclamepanelen. Zaken, die thuis zo vanzelfsprekend zijn dat je er amper op let, maar hier een compleet contrast vormen tot alles wat we totnogtoe zagen in West-Afrika. Wanneer we deze oase der postmoderne terug verlaten laten we dat alles ook abrupt achter. Zo snel als het kwam, zo vlug is het ook terug weg.






Toile de Korhogo

Couchsurfin'..

La route nationale..

Officieus draait alles natuurlijk om Abidjan. Toch verloor ze de titel van hoofdstad in ‘83 aan Yamoussoukro, Yakro voor de maten, een artificieel arondissement een honderdtal kilometer noordwaarts.
Wie hier ooit van gehoord heeft krijgt een pils van me wanneer we terug zijn. 
Yakro ontstond als prestigeproject van Ivoorkust’s eerste president, he who must not be named (want genoemd = geroemd – en dat gun ik hem niet) toen ie de nieuwe hoofdstad rond zijn geboortedorp verklaarde & bouwde.

We voelen ons dan ook een beetje in de omgekeerde wereld: terwijl er bij wijze van spreken overal in West-Afrika veel te veel voertuigen op veel te smalle straatjes vechten voor hun plaats, zijn er hier veel te veel, veel te brede straten die er nogal wat voor over hebben om ook eens bereden te worden. Bij het lopen op de overgepropotioneerde meervaksbanen overkomt je een sureaal gevoel. Na een tijdje besef je waarom. Er is ruimte. Ruimte om te stappen. Ruimte voor onoplettendheid.


Ongeloofelijk maar waar. Hier, of all places, staat de grootste kerk ter wereld.
Wie dat voordien wist trakteer ik op een Couffe’ke. 
Enkele kilometer buiten het centrum, middenin de vlakte rijst deze reusachtige koepel in de hemel en pronkt naar elke uithoek van de stad. ‘t Is moeilijk om er niet zelf op te komen dat het ook hier om een prestigeproject van de eerste president gaat. Schaamteloos spendeerde ie er in de eighties 300 miljoen dollar aan (uit eigen eerlijk opgebouwd kapitaal dames en heren, het spreekt vanzelf dat Ivo de Ivoriaan er geen stuutje minder door kon eten). Onderhoud kost jaarlijks 1,5 miljoen euro. Brutaal, als je weet hoe andere delen van dit land eruitzien. Onvoorstelbaar wat je hier allemaal had kunnen realiseren voor dit geld. Straten. Scholen. Ziekenhuizen. Ziekteverzekering. Ach. Waarom heb je dat nodig als je kan bidden tot God?

Daar wringt echter het schoentje. Meer dan de spreekwoordelijke twee man en een paardenkop komt hier niet bidden tot God. Mocht dit kollosale gebouw tenminste nog gebruikt worden door de bevolking, dan had ze misschien nog haar bestaansreden. Misschien. Deze redenering is echter irrelevant. 18.000 mensen kunnen er vanbinnen plaatsnemen. Als je buiten meerekent kom je vlot tot een capaciteit van een kleine honderdduizend mensen.
Dit project blinkt duidelijk uit in zinloosheid met als enig doel centraal in de geschiedenisboeken te komen. Missie geslaagd. Mijnheer de president liet zijn spiegelbeeld namelijk ook nog eens vereeuwigen in het indrukwekkende gebrandschilderde glas.




Jep, grondgebied van't Vaticaan.


Contrast: ook dit is Yakro.

Stipt om 17u worden deze arme - heilige - krokodillen met twee levende kippen gevoed.

God straft ons vrijwel meteen na ons middagje lastering. Wanneer onze stof ter discussie nog nazindert wordt Inga badend in het zweet wakker. Ondanks de hitte rilt ze van de koude. Nog terwijl ik de thermometer zoek weet ik het eigenlijk al. 38,5° C. Kut.

Bij het vermoeden van malaria reageer je best onmiddellijk. Hoe eerder de therapie begint, hoe beter. Dus, op zoek naar een dokter, ook al is het midden in de nacht. Het grootste ziekenhuis van de stad ziet er op de eerste blik donker, vuil en uitgestorven uit. We wekken de nachtwaker, die ons tegen zijn zin en knorrend meeneemt naar de andere kant van het gebouw. Terwijl we van het kastje naar de muur lopen moet ik ons rechtvaardigen waarom we hier op dit onchristelijke uur opduiken.
Op de binnenkoer liggen op houten banken en op de vloer overal zieke, kreunende en slapende mensen. Zijn er te weinig bedden binnen? Is het er te heet? Een rat kruist onze weg en verdwijnt terug in een donker hoekje. Slik.

Na een eeuwigheid landen we in een ruimte met een onaangenaam heldere pittabarlampen. Meerdere patiënten kreunen in deze zaal. Nul privacy. Nog minder hygiëne. Terwijl houden twee dames die niet uitblinken in competentie zich bezig met Inga’s opname. Ik speel vertaler van dienst. De ene legt haar gsm weg, de andere speelt eerst haar level uit. Waarom we hier in het holst van de nacht opduiken? Voor een bloedtest. Dat gaat niet zomaar. Ze willen bevestiging van de lichte koorts en daarom hebben ze een thermometer nodig. Dat is hier niet. We moeten in’t donker naar de apotheker van wacht (gelukkig naast het ziekenhuis) en er eentje kopen. Serieus? Komt hier eens met een noodgeval.
Nadat alle formaliteiten geregeld zijn is het goed twee uur later en zit Inga in het laboratorium waar iemand in slow motion bloed afneemt. Kort daarna reageert Inga niet meer wanneer ik haar water aanbied. Ik zie haar ogen nog kort draaien en valt ze van haar sus in mijn armen. Na tien seconden is ze terug bij bewustzijn.

Tegen 4u30 haal ik de resultaten af bij het lab. Positief. ‘t Was te denken. Inga heeft malaria. We hadden ermee gerekend. Ergens zijn we zowaar opgelucht over de bevestiging. Tenminste staat nu duidelijk vast wat er is, weten we wat te doen staat en moeten geen verdere onderzoeken plaatsvinden in dit ziekenhuis.
Versta me niet verkeerd, malaria is geen lachertje. Maar er bestaat goede medicatie. Als die aanslaat ben je na drie-vier dagen terug vrij van parasieten. Van alle reizigers die we in de laatste maanden hebben tegengekomen is er amper nog iemand die geen malaria had. Terwijl bij ons thuis de alarmbel luidt bij het woord malaria, is hier eerder de vraag hoe vaak men het al had. Vroeg of laat komt iedereen er wel eens mee in aanraking. Recordhouders zijn Tanja en Alex, die het samen al zeven maal hadden ondertussen.


Goed. We krijgen een doktersvoorschrift (eigenlijk eerder een verplegersvoorschrift, want een dokter hebben we de ganse nacht niet gezien) en gaan naar de apotheek van wacht. De taxichauffeur krijgt een daginkomen van me als dank voor zijn geduld. Dan ga ik aan het werk. Andermaal ondervind ik op reis dat het goed uitkomt verpleger te zijn. Ik geef inga twee spuitjes per dag en verzorg haar voor de rest. Laat haar vooral genoeg eten en drinken. Controleer haar koorts. Kalmeer haar. Ze voelt haar niet prima, maar uiteindelijk hadden we het veel erger verwacht.

Een dag na de laatste pikuren gaan we in de voormiddag terug naar het ziekenhuis. Bij daglicht ziet het er niet veel beter uit. We ondergaan een nieuwe bloedtest. Negatief. Opluchting neemt het van ons over. Inga is er officieel van verlost. Het duurt nog enkele dagen voor ze zich fit genoeg voelt om verder te reizen. Maar toch reden voor een klein vreugdepasje. Films en series genoeg op de harde schijf om de komende dagen in alle rust op de kamer door te brengen en de batterijtjes weer op te laden.

Daarna bezoeken we Eva, Robert & Thio nog enkele dagen in Abidjan, trekken naar Grand Bassam aan de kust en maken ons klaar voor de grensovergang naar Ghana.

Public viewing: Africa Cup.




Grand Bassam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten