zaterdag 14 september 2013

Alright mate!

Na enkele weken stressige jobkes in de keuken & aan de bar is het eindelijk van dat. Vanaf gisteren kan ik mezelf weer fulltime ijsmaker noemen. Dit is met voorsprong het leukste werk dat ik ooit deed, dus ben ik blij daar in Australië een vrolijk vervolg aan te kunnen breien. Zo werken we nu beide voor Fritz Gelato, een award-winnend ijssallon met een viertal filialen in Melbourne. Inga schept ijsjes op vlakbij onze woonplaats, ik maak ijs in de keuken enkele kilometers verderop. Bovendien is de verdienste er niet op verslechterd en brengt Inga elke avond een berg verse, overgebleven donuts mee naar huis. Alright!

Ik moet ook maar eens een woordje meer schrijven over Melbourne, waar we nu toch al bijna een maand in vertoeven. Door economisten wereldwijd werd deze metropool al drie opeenvolgende jaren verkozen tot leefbaarste stad op aarde. Misschien kan men dit ook merken. Trein-tram-busverbindingen zijn er te over, de stad is modern, gezellig & internationaal. Gelijk waar men loopt, men is nooit verder dan vijf minuten van leuke parken verwijderd. Constant zijn er festivals over alles mogelijke en ook aan concerten geen gebrek. Leuke eetcafé’s, restaurants & shoppingcentra vind je overal. Geen slechte plaats om eens voor een langere tijd te blijven, me dunkt.

Bovendien lijken de inwoners hier de goedgeluimd- & vriendelijkste ter wereld. Hun alomtegenwoordige hoffelijkheid is op’t randje van griezelig. Totaal onbekenden spreken ons spontaan aan met “mate”, “buddy”, “bro”, “darling” of “sweetheart”. Als we langer dan drie seconden op de kaart kijken komt onmiddellijk iemand te hulp schieten met de woorden “Hey guys, how are you? Need a help?”, om ons dan via Googlemaps op hun smartphone de richting of het busnummer te tonen. Maar het gaat nog dieper. Men steekt over op het zebrapad, iedereen ziet er overhip uit & gaat joggen, er zijn altijd solden en niemand lijkt ooit door de mand te vallen. Zijn Melbourners perfect? Alles is all right. “That’s alright mate!” is hier dan ook het antwoord op alles.

Soit, ondanks de drukke werkschema’s kunnen we natuurlijk ook het nachtleven niet helemaal verwaarlozen. Ons eerste concert was meteen een schoolvoorbeeld van de Melbournse openheid. Op een kleine advertentie lazen we iets over een “livingroom-concert”. De locatie kwamen we via sms te weten en wat volgde was al helemaal buiten onze verwachtingen. Als we de plaats van afspraak eindelijk vonden stapten we twijfelend over de oprit van een kast van een huis. Geen kraakpand, geen woongemeenschap, geen grafiti, geen kot. “zitten we hier wel juist?” vroegen we ons meermaals af. Yep! Nadat de bewoners ons overdreven hartelijk verwelkomden maakten we kennis met de andere gasten, de muzikant van dienst en een grootse kaas-tafel. Enkele glazen wijn & nog meer bollen kaas later werden we, samen met een dertigtal andere lui naar de woonkamer geleid. Waar de Canadese singer songwriter Rob Moir het beste van zichzelf gaf om zijn reiskas te spijzen. De wijn bleef verder vloeien. Een geslaagde eerste avond uit! Van de underground punk scene op dit moment nog geen spoor, maar wie zoekt die vindt..

Als ik de volgende keer toch zou schrijven dat ik met een burn-out te kampten heb: wees dan niet verwonderd. Na bijna een jaar onbekommerd rondzwerven als een hippie is wennen aan een geregeld arbeidsleven niet evident.

Cheers!



3x Melbourne CBD, het hart van de stad.
Het monument dat de acht-uren-werkdag bejubeld kreeg een kleine "fuck off" toegefluisterd toen ik er voorbij liep. :-)

2x zonsondergang op de pier.
Skyline.


3x chillen in parkjes of aan de rivier (na de arbeid).



3x living room concert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten