maandag 26 mei 2014

Jack of all trades

Na onze Whitsundays-trip stond er maar 1 ding op ons verlanglijstje: snorkelen. Zoals wel vaker draaide het ietwat anders uit, het toeval had duidelijk andere bedoelingen met ons. Tijdens een korte busrit richting Noorden hoorden we de stormachtige weersvoorspellingen voor de komende dagen. Oeps. Slecht moment om op Magnetic Island te gaan kamperen dus beslisten we last-second om te gaan schuilen in een droge hostel-kamer. Goede zet! Terwijl cycloon Ita hier 500km vandaan voorbij raasde stormde het bij ons 50 uur onophoudelijk. Onze tent had dit niet overleefd..

Het hostel kon men terwijl ook amper verlaten en zo gebeurde het, het ondenkbare. Op de balie van de receptie lag het: “an offer we couldn’t refuse”.

De Townsville Laudry zoekt arbeiders. Op zich klinkt dat niet al te cool, tot men dit handgeschreven briefje compleet gelezen heeft en daar op het waanzinnig hoge uurloon stoot. We kijken elkaar aan. Enkele “Is da serieus??” en “Haha, benint, wat dachten wij dan?” voeren we de dubbel-check uit. We krijgen effectief mondelijke bevestiging van wat we als ongeloofwaardig achtten. Een dag later begonnen we onze eerste nachtshift. Aangezien de job absoluut geen vereisten heeft beginnen we er onmiddellijk, zonder dat ook maar iemand ons zag binnengaan.. Zo nam het noodlot het van ons over.

Om snel tot de pointe te komen: het suckt. Ik had al veel verschillende soorten jobkes in mijn leven, daarvan is dit zonder twijfel de ergste. Eentonig, frustrerend, saai, lang, hersenloos.. Soit, verstand op nul & gaan. Vragen stellen maakt geen zin. Daarenboven, dit is met een recordvoorsprong de bestbetaalde arbeid die ik ooit uitvoerde.

De Townsville Laundry is een industriele wasserij en onze “afwisselende” & “verandwoordelijke” opgaven gaan van kleine wasjes sorteren, grote wasjes in plooimachines steken, was aan de andere kant weer uithalen. Kussenslopen uitschudden, sorteren & inpakken. Soms de was ook handmatig opplooien, of lakens aan de reuzachtige strijk-machine hangen. Veelzijdig, nespa? Een klein geluk is dat alles wat bij ons komt al gewassen is. Vuil of vermoeiend is onze job dus allerminst. Er wordt ‘s nachts in twaalf (12!) uren shifts gewerkt van 17u tot 5u ‘s morgens. Zeer lang, vooral als je in acht neemt dat we elke vijf minuten op de klok kijken om dan weer vast te stellen dat nog geen tijd voorbij is gegaan.

Tijd ermee op te houden, denken we na de eerste week. Edoch, als we een eerste paycheck ontvangen stijgt de motivatie voor enkele uren. In zes dagen verdiende ik zoveel als in een maand bij Raytech, ofte 150% van wat ik in Duitsland per maand verdiende, jep, dit kunnen we niet laten liggen. In onze “munteenheid reistijd” betekent dat twee grofverdiende reismaanden in Azie. Yep, we laten ons makkelijk omkopen & beslissen MAXIMUM twee maanden op de tanden te bijten.

Daarenboven went alles na een tijdje en zo maakt ons nachtritme ons ueberhaupt niets meer uit. Reistijd inclusief verdoen we 14u per dag aan werken, dan blijft er buiten slapen geen tijd meer over. Of dat dan overdag of ‘s nachts is doet er niet toe, me dunkt. Voor Inga is het haar eerste en hopelijk ook laatste ervaring met het fabrieksleven en ze past zich wonderwel aan als een kameleon. Na enkele weken pende ze onderstaande spelregels neer, voor wie een gelijkaardige carriere zou nastreven, een kleine vertaling:
 
#1: Denken is niet enkel totaal overbodig, ook uitdrukkelijk ongewenst! Arbeiders zijn hier tenslotte nummertjes die het werk uitvoeren die de machines (nog) niet aankunnen.
#2: Belachelijk domme aanwijzingen en beslissingen worden niet in vraag gesteld! Gelijk heeft altijd de persoon die hier al het langst rondloopt en zichzelf dus als lekker belangrijk & onvervangbaar ziet. Zo komt het niet zelden voor dat men bijvoorbeeld een berg aan was sorteert en alles andere wat men niet onmiddellijk nodig heeft op een andere grote berg smijt. Natuurlijk wordt direct duidelijk, dat enkele minuten later de nieuwe grote berg voor een tweede maal doorgewoeld wordt, om dan weer alles wat men niet nodig heeft op een derde grote berg te smijten. Dit behoudt men echter voor zichzelf, men wil zich tenslotte niet ongeliefd maken.
#3: Gewerkt wordt in een gematigd tempo! Niet zo langzaam dat j’erbij in slaap valt, ook niet supersnel. Dat zou opvallen en veroorzaakt boze gezichten, de anderen zouden hun tempo dan namelijk ook moeten aanpassen..
#4: NOOIT NIETS doen! Vooral bij chefs in de buurt moet men in elk geval BEZIG zijn, met wat? Dat doet er niet toe. Ook als er echt eens niets te doen is, woelt men het best wat wasbergen door of draagt een bundel was van A naar B (om kort nadien terug naar A te brengen).
#5: Eergevoel uitgeschakelen. Elke vorm van overijver & moeite zijn onnodig en worden niet op prijs gesteld. Voor het eerst in mijn leven schakel ik mijn “alles zo goed als mogelijk willen doen”-gevoelens uit en wacht er gewoon op hoe de tijd voorbij tikt.
#6: “Alright!”. Het antwoord op ALLES wat men vraagt. Waarschijnlijk denken mijn oversten, dat dit het enige Engelse woord is dat ik beheers.
© Inga Hebenstreit!
Zoals het goede oude kapitalisme het voordraagt wordt na de eerste weken besloten om dezelfde klus werk met minder lui & minder dagen te klaren. Geen reden tot chaos, paniek of protest. Iedereen werkt gewoon in exact hetzelfde tempo voor zich heen. Daar kan geen rij aan bergen vol was wat aan veranderen. Deze beslissing bracht ons het voordeel dat we nu nog 3 a 4 dagen per week moeten werken en wat meer tijd voor onszelf hebben.
Mijn gevoelens tegenover de collega’s swingen tussen medelijdend & “eigen schuld, dude!”. Vele doen dit oder iets gelijkaardigs al hun ganse leven eerlijk vraag ik me af hoe men zo iets zo lang uithouden kan. Zijn leven lang in deze omgeving ronddwalen om zichzelf keer op keer, na zeer geregelde tijdspannes te “verwennen” (of was het troosten??) met de nieuwste flatscreens en de meest trendy Smartphone? Om een huis af te betalen? Om alles te verzuipen op café? Om de elektriciteitsrekening te betalen die de kinderen onbetaalbaar maakten door 24/7 de airco aan te laten? Thanks, but no thanks. ‘t Zal zonder mij zijn. (de voorgenoemde voorbeelden zijn helaas een exacte weergave van de pauze-gesprekken). ‘t Zal zonder ons zijn. In tegenstelling tot vele anderen hebben wij de luxe om zelf te beslissen en dus ook af te tellen tot wanneer we hier weg zijn (nog twee weken!). Wees daar maar zeker van, van elke kleine dollar zullen we met volle teugen genieten!
De eerlijkheid gebiedt me nog te vertellen dat er natuurlijk ook goede collega's zijn. Enkele zeer sympathieke aboriginals en een drietal goedlachse Nieuw-Zeelanders. Ook in onze reistijd-planning past deze job perfect. In Brisbane (Brizzie) leerden we twee geestige Duitsers kennen die we binnen enkele weken terugzien in Cairns. Van daaruit starten we samen een roadtrip per van door de Outback, door de woestijn, door't midden van dit continent. We popelen al vol ongeduld, maar wat is het eerste wat we gaan doen na onze laatste werkdag?
Jep, gaan kamperen & snorkelen op Magnetic Island..