vrijdag 13 juni 2014

Take this job & shove it.. I ain't workin' here no more!

 
© Dead Kennedys (voor de liefhebbers: check YouTube)
Nu we terug vrij zijn als twee kleine vogeltjes heb ik wat tijd om nog enkele indrukken over Townsville neer te pennen. Bloody fuckin’ Townsville, ik zal je niet missen.
Tijdens onze twee maanden hier leren we – een pluspunt, jawel.. – het doorsnee-leven in een Australische doorsnee-stad kennen. Tijd om onze eerste indruk van Australië (Melbourne) wat bij te stellen. Melbourne was eerder uitzondering dan regel. Melbourne was clever, sophisticated, levendig, spannend. Kort & krachtig: alles wat Townsville nit is.

Townsville CBD (Central Business District) op een doordeweekse dag.



















Het hart van de stad is zo doods dat men er amper op menselijk leven stoot. Onze reisgids beschrijft het als “compact”, m’n gat, Ettelgem is ook compact. Nu, veel reden biedt het centrum niet om er überhaupt heen te gaan. De weinige winkels die nog niet failliet zijn of leegstaan zijn de volle drie uur per dag open – uiteraard nooit, NOOIT, wanneer wij er voorbij wandelen. De café’s houden zelfs in de – wat wij zouden denken – drukke periodes (‘s namiddags, in’t weekend) hardnekkig hun deuren toe. In deze stad is het gratis Wi-Fi op’t pleintje, zonder zeveren, de grootste attractie. Pubs daarentegen vullen zich behoorlijk met alleenstaande mannen van middelbare leeftijd, toch iets. Als men daarentegen interessante musea, cinema, theater, concerten of andere events zoekt is men eraan voor de moeite. Mooiste deel van deze stad is “the Strand”, een lange strandpromenade met palmbomen, zandstranden (met kwalvrije zwemplaatsen in de zee), barbeque’s en “Juliette’s”, waar ik als ijsmaker toch af en toe de kwaliteit moest checken..
 






3x The Strand.
 




















































We leerden ook dat de Australische ijdelheid vooral een fenomeen is uit de hippe steden. Hier is geen sprake meer is van fashion & training. Ik kan nu bevestigen, dat Australië wel degelijk een van de zwaarstlijvige landen ter wereld moet zijn. Daarenboven lijdt deze stad onder een extreem tekort aan tandartsen.



 
Aangezien ons dagritme verlangt dat we minstens tot 14u slapen krijgen we van al dit stadsleven eerlijk gezegd sowieso niet veel te zien. Ook kan het zijn dat mijn waarneming licht gekleurd werd door de verschrikkelijke job, die we hier het grootste deel van de tijd uitoefenen..
Ook met het goede Oxford-English is het officieel voorbij. Dankzij een sterk verhoogde dosis “omgang met locals” konden we ons eindelijk aanpassen. Hier wordt gevloekt! Het heeft niets te maken met een slechte opvoeding en trekt zich door tot alle lagen van de maatschappij. Meedoen is zeer gemakkelijk. Eenvoudigweg de woorden “fucking” of “bloody” op een zelfgekozen plaats in de zin toevoegen. In speciale gevallen ook beide na elkaar. Om het alles wat in evenwicht te houden zijn verkleinwoorden zowaar nog populairder als bij ons. Dit gaat met alles. Enkele voorbeelden: namen (Catherine – Cathie, George – Georgie, Steve – Stevie, Kenneth – Kenny, …), plaatsnamen (Brisbane – Brissie, Magnetic Island – Maggie, Australia – Aussie) of dagdagelijkse woorden (breakfast – breakie, barbeque – barbie, no big deal – no biggie, good idea – goodie, underwear – undie). Enzoverder. Enzovoort.

Ondanks het goede klimaat regende het de ganse laatste week pijpestelen. Pepe, mijn grootvader uit Portugal is met 76 aan een hartstilstand overleden. Onze week op Magnetic Island werd, anders als verwacht, een week van verdriet & rouw. Mentaal ben ik in Portugal, bij meme, pepe & mama. Ondertussen denk ik aan hem en klaart de hemel op.

‘t Ga je goed, pepe, 't ga je goed..