De vele
interviews die we ondertussen al gaven geven ons een goede mogelijkheid om de
plaatselijke jeugd eens ongedwongen te vragen wat ze over hun streek kunnen
aanbevelen. De meeste antwoorden kennen we via onze Lonely Planet. Met
uitzondering van Tangkahan, the well known hidden paradise of Sumatra. Op goed
geluk trekken we erop uit!
Net als Bukit
Lawang ligt ook Tangkahan zeer idyllisch aan een rivier in de jungle. We steken
de als uit een filmset gestolen hangbrug over en vinden opnieuw een chalet waarvoor
geen enkel superlatief voldoende kan uitdrukken hoe het voelt. Bij het ontbijten
op ons balkon lijkt het alsof we midden in het oerwoud leven (wat eigenlijk ook
zo is..): het geruis van de rivier, tjirpen van de krekels, ge-gecko van de
gecko’s, zingen van de vogels, zien zweven van eekhoorntjes, voorbijvliegen van
toekans en de punky monkeys (Thomas
Leaf Monkey, met hanenkam) die vlak voor onze neus in de bomen klimmen.
Simpelweg: perfect. Tangkahan’s bijnaam is trouwens niet bij de haren gegrepen,
het ligt zeer afgelegen. Niet zozeer in afstand, maar in reistijd: een 4 uur
lange hobbelige rit in een stinkende bus bracht ons amper 50km vooruit. De
straat is in zo’n slechte toestand, dat maar weinig bezoekers de weg hierheen
vinden.
Onze tweede jungle-chalet. |
"Punky" Thomas Leave Monkey. |
Vijftien
jaar geleden vond echter een groep dakloze olifanten de weg hierheen. Olifanten
die hun territorium omgekapt zagen door de mens, zodat die er palmplantages kon
planten (voor onmisbare, belangrijke
spulletjes zoals make-up en lippenstift trouwens), vonden hier hun nieuwe
thuis. Terwijl kwamen enkele groene gasten (van een of andere NGO) de
dorpsmensen erop attent maken dat ze met logging & palmindustrie niet enkel
hun brood verdienen, maar ook hun eigen oerwoud naar de vaantjes mee helpen. Na
veel overtuigingskracht van de groene rakkers werden de dorpsbewoners omgeschoold
en doen vandaag de dag precies het tegenovergestelde van bomen kappen: ze
zorgen ervoor dat tenminste hun stukje regenwoud door niemand meer wordt
aangetast. Een klassiek geval van stroper wordt boswachter. Samen met hun
olifanten gaan ze wekelijks op patrouille om illegale activiteiten van
houtkappers & jagers op te sporen en aan banden te leggen. Door bezoekers
een blik te geven in het leven van hun olifanten verdienen ze nu hun boterham.
Twee maal
per dag wordt de ganse kudde naar de rivier gebracht waar ze kunnen drinken,
baden & zwemmen. Toeristen en Babar-fans als ik kunnen dit spektakel voor
een prikje bewonderen. Na een kort modderbad in de weide staan alle olifanten
in een rij om naar het water te marcheren. Dit doen ze net als lagere-school-kindjes
hand in hand: met de slurf neemt men de staart van diegene voor zich en gaat op
pad, het kleinste voorop. Ik zeg het niet veel maar: schattig!! Bijna zoals in
Junglebook! Vanop de oever houden we in’t oog hoe deze acht mastadonten stuk
voor stuk in het water lopen, zich laten drijven, hun slurven met die van hun
buur verstrengelen en zelfs paren.
Op commando
van hun verzorger leggen ze zich op hun zijde in’t water. Dan verschijnen wij
op het toneel. Met harde borstels schrobben we naar hartelust. Inga & ik
krijgen de dame Ardana en beginnen eraan. Dat dit schrobben daadwerkelijk
belangrijk is in de olifantenverzorging betwijfel ik (hoewel ik geen specialist
ben), maar het zou door hun 3cm dikke huid aanvoelen als krabben. En da’s
aangenaam, niet? Ardana kwispelt alvast met staart, oren & slurf en lijkt
ervan te genieten.
Schrobben maar.. |
Nadat Ardana
ook grondig achter haar oren is gewassen en we weten hoe zo’n olifantenvel
zich aanvoelt komen wij aan de beurt. Ardana beloont ons met een douche. Ze
slurpt water op met haar slurf en spuit ons helemaal nat. Woe-hoee! Bij wijze
van afscheid krijgen we nog een olifantenkusje en bedanken we Ardana met enkele
kilo’s bananen en sugar cane. De hapjes leggen we zacht op haar tong of neemt
ze met haar slurf uit onze handen. Een heel grote madam, Ardana..
Enerzijds
mogen we niet vergeten dat deze olifanten maar half in het wild leven, grazen
op een weide en enkel in het kielzog van mensen hun jungle instappen.
Anderzijds is hun leven in Tangkahan niet te vergelijken met dat van de Kai
Mook’s of Dumbo’s van deze wereld. Men heeft ze trouwens nodig voor de
levensbelangrijke Jungle-Patrouille!
Wanneer we een stapje verder willen is de enige
manier om dit oord weer te verlaten een schoolbus … om 5 uur ‘s morgens! Op de
hobbelwegen halen we steeds meer kinderen op die op dit onchristelijk uur in’t
donker erop wachten via dit avontuurlijke parcours binnen 2 tot 3 uren in hun
klaslokaal te raken..
Dag Kenneth,
BeantwoordenVerwijderenlangs deze weg wens ik je graag een héél prettige verjaardag. Geniet ervan maar dat zal ongetwijfeld geen probleem vormen!
Merci trouwens voor het kaartje, zalig om te lezen! :)
Steve