Op Sumatra is
het absoluut onmogelijk om snel ergens heen te raken. Zelfs voor – wat men
denkt – korte trips van 100 kilometer moet men 6 tot 8 uren busreizen
incalculeren. Klinkt ongeloofelijk, is echter niet eens overdreven!
Dit wordt vooral veroorzaakt door de extreem slechte & modderige straten, maar ook door eindeloze files in de voorsteden of totaal onnodig wachten op niets aan de straatkant. Men krijgt tijdens zo’n rit in elk geval genoeg tijd en stof om in rust over enkele zaken na te denken. Zoals:
- Waarom moet iedereen tussen het hobbelen door in een oververhitte, volgepakte, stikkige bus sigaret na sigaret opsteken?
- Moet men een bus die drie kwartier stilstaat werkelijk aanlaten? Wat probeert de bestuurder te bereiken met zijn hectische, stresserende rijstijl? Is men daadwerkelijk sneller onderweg wanneer men consequent in’t gat van het volgende rijtuig pookt? Zijn de twee gespaarde minuten (op acht uur!) het waard om levensgevaarlijke inhaalmanouevres te doen in elke bocht? Of verveelt ie zich gewoon?
- Hoeveel personen passen eigenlijk in een minibus die oorspronkelijk bedacht werd voor 16 inzittenden? Meer als 30? Waarom vallen de kleine kinderen die op het dak meerijden niet naar beneden tijdens snelle bochten en plotse remmingen? Hoe doen die oude vrouwtjes dat toch, zich in een sterk schommelende bus over alle anderen heen te krijgen om het aller-allerlaatste zitsplaatsje te bemachtigen? Waarom staat men zijn zitsplaats enkel spontaan aan kinderen af – en niet aan laatsgenoemde oude vrouwtjes?
- Waarom is het onmogelijk voor ons om aan de normale prijs mee te kunnen? Waarom betalen we na hard verhandelen nog steeds het dubbele als alle anderen? Waarom organiseren maffiosi onze tickets en verdienen die meer aan ons als de chauffeur en zijn hulpje?
4x onze nieuwe woonplaats. |
Het uitzicht vanop ons prive-terras met direct eronder toegang tot het kratermeer-swimmingpool alleen al rechtvaardigt het om hier simpelweg wat te relaxen en het leven te genieten. Daarbuiten rijden we nog wat rond het eiland met de brommer: we bekijken daarbij de traditionele huisjes, houden de boeren in de gaten tijdens de harde arbeid in hun rijstvelden en baden in heet bronwater. Such is life!
Traditionele Batak-graven. Hun doden krijgen hun eigen kleine huisje. |
Traditioneel Batak-huis. |
Na een bijna 20-uur lange busrit over de Trans-Sumatran-Highway bereiken we dan Bukittinggi. We ontdekken dat we al ‘t een en ‘t ander gewoon zijn, want we vonden de rit in de verste verte niet zo verschrikkelijk zoals onze reisgids en andere personen ons inpraatten. De dame naast me die al na een halfuurtje de longen uit haar lijf kotste dacht er waarschijnlijk anders over.
In Bukittinggi wonen we in het Guesthouse van de (citaat uit de Lonely Planet) “onverwoestbare Ulrich”, een sympatische, typisch Duits gepensioneerde. Zijn verblijf is, laten we beleefd blijven, niet zo Duits. Toch blijven we er graag. Ulrich heeft een zak verhalen te vertellen, weet alles over Sumatra en stuurt ons – gratis en vrijblijvend – op coole, zelf samengestelde brommer-toeren in de omgeving.
2x rijstvelden in de buurt van Bukittinggi. |
2x Lake Maninjau op een tweetal brommeruren van Bukittinggi. |
Omdat zelfs de onverwoestbare opa Ulrich ons ten stelligste afraadt de weg naar Java over land te gaan (een vooruitzicht van drie dagen en nachten in de bus) veranderen we het oorspronkelijke plan spontaan en kiezen voor een vlucht. Alweer! Hoewel we de voorkeur geven aan langzaam & gezapig over land reizen boeken we onze tiende vlucht op een tijdspanne van maar liefst vier maanden. Het gaat van Padang naar Jakarta..
Jep, ook aan lagere-schoolkinderen geven we vrolijk interviews over pakweg onze lievelingskleuren. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten