Colombo – Kandy – Sigiriya – Anuradhapura // 11 – 16 Mei, 20
– 23 Mei en 31 Mei – 3 Juni 2015
Serendipiteit zelfst. naamw. het geluk om door door puur toeval heerlijke
ontdekkingen te doen.
Wat heeft dit met ons nieuwe eiland te doen hoor ik je
vragen: Serendip is een oude perzische naam van.. jawel: Sri Lanka. Het moet
gezegd: na slechts enkele weken rondreizen kunnen we ons enthousiasme voor dit
– toch wel onderschatte – landje niet meer onder stoelen of banken steken. Deze
toevallige vondst delen we maar al te graag met jullie.
Singapore buiten beschouwing gelaten zijn we in het kleinste
land van onze reis en tegelijkertijd blinkt ze uit in een onwaarschijnlijk
grote veelvoud. Ze bezit alles: paradijsstranden, bergen vol theeplantages,
historische monumenten vol tempels en ruïnen, national parks met talloze
exotische beestjes, en nog veel meer (jammergenoeg
is er met de zeer recente herinneringen aan de langstlopende burgeroorlog in
Azië ook een keerzijde). Sluikreclame? Een beetje, en dan vermelde ik het
eten nog niet eens..
Jep, in Sri Lanka beleven we een nieuw culinair hoogtepunt. I
love it. We love it. Dixit onze reisgids handelt het zich over de pikantste
keuken ter wereld. Niet enkel dat zijn we ons ondertussen al gewoon, maar ook
de werkelijk reuzachtige porties kunnen we de baas. Het nationale gerecht is
“rice & curry” en is in elk lokaal hotel (in een hotel kan men hier – net als in Australië – niet slapen, maar
eten & drinken) van’t land, elke middag à volonté en voor niet meer
dan een euro te vinden.
Koopt men dan een kleine snack op de straat, in trein of
bus, krijgt men deze in een zelf geknutselde zak, die bestaat uit de
volgeschreven pagina’s van een schoolschriftje. Servietten in de restaurants
zijn netjes op dezelfde grote gesneden stukken krantenpapier van de laatste
week. In sterk contrast tot deze uiterst zinvolle recycling staat het geniale
idee om borden met plastiek folie te overtrekken, die men na gebruik simpelweg
aftrekt en wegsmijt zodat geen afwas moet worden gedaan (of direct als doggy-bag worden gebruikt). Je moet er maar opkomen.
 |
Voor Steve: rice & curry-lunch. |
 |
Ontbijt. |
 |
Een kleine snack in de trein. |
 |
De bakkerij/tuk-tuk. |
In recordtijd zijn we geacclimatiseerd, wat ons duidelijk
wordt wanneer zelfs het lokale kopschudden ons niet meer uit ons concept kan
brengen. De exacte beweging ligt ergens tussen ons neen-schudden en een zacht
heen en weer wiegen van het hoofd. Voor ons ongewoon, verwarrend en moeilijk te
duiden. De nietszeggende, neutral gezichtsuitdruk die tot deze handeling hoort
helpt ons al niet veel verder. Na enkele weken onderzoek komen we tot de conclusie
dat het alles kan betekenen. Simpelweg alles. Zoals: ‘misschien’, ‘hm neen’,
‘ja’, ‘dankje’, ‘zoals je wil..’, ‘ik heb geen woord verstaan van wat je zei’,
‘dude!’, ‘’t zal wel zien’, ‘klootzak’, etc. In de echt belangrijke gevallen
(“vertrekt de bus NU of in tien minuten?”) vraagt men beter nog eens duidelijk
“JA of NEEN?”, ook wanneer dat redelijk pijnlijk kan zijn. Anyway, ‘t past
altijd, zo eens schudden met’t koptje, zozeer dat het ook al in onze
lichaamstaal is overgevloeid.
 |
Meer dan 20 bananensoorten hier. |
 |
Streetlife in Colombo. |
Cultuur laten we natuurlijk ook niet aan ons voorbij gaan.
We bezoeken de belangrijkste complexen van het land. Sigiriya is een circa 100
meter hoge rots die rond een vlak omland in de lucht reikt. In de vijfde eeuw
na Christus werd op deze grote klots een klooster of een fort gebouwd. Wat en
waarom precies is niet helemaal duidelijk. Evenzeer is het een mysterie hoe men
er toen in geslaagd is een dergelijk architecturaal meesterwerk te bouwen
zonder moderne hulpmiddelen. Behoorlijk indrukwekkend, dat wel.
 |
Sigiriya. |
 |
Ofte: the Lion's Rock. Enkel de klauwen schieten nog over. |
 |
Rooftop-pool, zou via een zot hydro-system bestaan uit groundwater. Jawel. |
Kamerprijzen, eten en transport zijn overal waanzinnig
goedkoop (gelukkig, want we zitten d’r
bijna door), het enige wat de reiskas plundert zijn de ingangstickets voor
toeristische highlights. Een beklimming van Sigiriya kost maar liefst 30
dollar. De ingang voor de tempels van Anuradhapura (25 dollar) kunnen we echter
succesvol omzeilen, doordat we met onze fietsen rond alle controlepunten en via
een lange omweg binnen konden sluipen (op
aanraden van onze guest-house eigenaar Dhami, sympathieke peet!). Naast
enkele amper nog identificeerbare kloosterruïnes zijn nog een handvol
boeddhistische Dagoba’s te zien. Dagoba’s zijn massieve, klokkenvormige
bakstenen tempels. Ik zou durven stellen dat ze niet mooi zijn, maar toch
imposant wegens hun grootte en leeftijd (tot
over 2000 jaar oud, twee die we te zien krijgen waren op enkele pyramides na de
grootste gebouwen ter wereld wanneer ze werden gebouwd).
 |
Dagoba's enal. |
 |
Offergaven.. |
 |
Wandeling door kloosterruines.. |
Terwijl onze oogjes beginnen blinken wanneer we van de vele
wild levende olifanten in het land horen, houden hoofdzakelijk de boeren er een
andere mening op na. In Sri Lanka heerst namelijk het Mens-Olifant conflict. Elke
olifant heeft een territorium van minstens vijf vierkante kilometer nodig om
zijn 200 kilogram aan voeding per dag te kunnen vinden. Wegens ontbossing
vinden ze niet genoeg eten en drijft de honger hen in onbekende gebieden,
namelijk de boerenvelden. Dat deze dan weer van levensbelang zijn voor de mens
moet ik niet uitleggen, en de boeren doen alles wat in hun macht staat om hun eigen
overleven te verzekeren en daarmee de lastige bezoekers weg te jagen. Naast de
velden staan boomhutten, van waaruit ze hun oogst bewaken en eventuele
olifanten proberen af te schrikken. Al bij al een trieste situatie, voor zowel mens
en dier.
Desondanks
geven we onze permanente zoektocht naar wilde olifanten niet op..
 |
Look-out-hut voor de boeren. |
 |
Inga ziet vooral muizen & pinguins in dit sierlijke schrift.. |
 |
Ik euhm... |
I WANT THAT CURRY !
BeantwoordenVerwijderen