vrijdag 13 september 2019

De verloren stempel

Guinee: N’Zérékoré – Bossou – Dirita // Côte d’Ivoire: Man – Soubré – Plage Taki - Sassandra // 23 mei tot 14 juni 2019 // Soundtrack by Iggy Pop

Volgens verschillende bronnen is onze route door West-Afrika één van de minst bereisde paden ter wereld. Geen idee of dat klopt. In elk geval zijn de ontmoetingen met andere travellers na Marokko schaars: een handvol fietsers, de één of andere gemotoriseerde overlander en drie rugzakreizenden (waarvan twee gepensioneerden nota bene). We schrikken ons een bult wanneer we na een lange rit aankomen in N’Zérékoré.

In het gasthuis van een voormalige katholische missionarispost ('k weet het... maar ‘t was echt een batje) verzamelt zich uit het niets een groep buitenlandse reizigers. Daar waar het in het begin misschien nog wat onwennig is evolueren we al snel naar een groep doorwinterde roddeltantes. ‘t Doet blijkbaar deugd, om zich een keer over de lokale vreemde stuff, gewoontes & cultuurshocks gezamenlijk te kunnen opwinden of verwonderen. Er gaat geen avond voorbij zonder dat we in opzwepende discussies of politieke uiteenzettingen van gedachten wisselen. Met een lach, traan & een paar liters Gin Tonic.

De rode bestelwagen van de “Berliner” Eva, Robert en (hond) Thio wordt daarbij snel het trefpunt..

en veroorzaakt nieuwsgierigheid bij the lokale Kids, die ons doen & laten niet uit het oog verliezen – zolang ze maar niet te dicht bij de hond hoeven te komen...

Na enkele festivalleske avonden wordt duidelijk dat we het wel héél goed weten te vinden met Eva & Robert. Daarenboven gaan we dezelfde richting uit. Wij mogen mee. Driewerf hoera. Wie m’n voorlaatste blog over het openbaar vervoer in Guinee heeft gelezen begrijpt meteen dat we geen twee keer over deze uitnodiging moeten nadenken.
Een nieuwe wereld gaat voor ons open. We zijn plots autonoom onderweg en kunnen bijna alle omstandigheden zélf beïnvloeden. We vertrekken, pauzeren en stoppen wanneer we maar willen. We kunnen onze benen strekken en van positie veranderen. In de minibus past een onuitputtelijke voorraad aan eten & drinken, de frigo loopt op zonne-energie en op het gasfornuis kan op elk moment van de dag wat gekookt worden. Pure luxe, temeer omdat het nog steeds Ramadan is.





Per emmer doen we inkopen bij de (kinderen van de) boeren zelf. Per emmer: € 0,75.

Tussenstop. Ook in Ivoorkust kan een rit van 200km een dag of twee in beslag nemen.

Huishond Thio <3..

Apéritief à volonté.

Beste uitvinding op vlak van kampeeruitrusting: een oventje voor't gasvuur!






















































De grensovergang van Guinee naar Ivoorkust is de eerste in mijn reiscarrière die vermeldenswaardig is. Is er sprake van enige causaliteit met het feit dat het ook de eerste met eigen vervoersmiddel is? Ik denk het wel.
Doordat Afrika bestaat uit 50+ landen en daarbinnen nog eens uit zoveel verschillende culturen, opvattingen en levenswijzen heb ik er over’t algemeen trouwens problemen mee om iets te snel als typisch “Afrikaans” te bestempelen. Mama Afrika heeft zoveel gezichten dat zo’n uitspraak altijd wel iemand onrecht aandoet. Desalniettemin maak ik hier een uitzondering op mijn eigen regel. Het ging er vrij, euh, Afrikaans aan toe. In die zin dat de kans klein is dergelijke taferelen op een ander continent te mogen beleven.

Door gebrek aan een printer voor een wegenvignet zouden de kosten bij de vaakst gebruikte grens te hoog oplopen. Daardoor kwamen we op het lumineuze idee om de grens een honderdtal kilometer verder over te steken. Eentje die amper wordt gebruikt door de slechte staat van de toeganswegen. Het regenseizoen is dan wel al begonnen, maar de laatste week bleef het relatief droog, dus.. En route!
De ongelofelijk mooie maar slechte piste daarheen toont al aan dat hier maar zelden andere voertuigen passeren. Bijna de ganse dag zijn we onderweg om langs alle diepe gaten en scheuren in de grond te kunnen cruisen. Arme Robert. Dan worden we na 60 kilometer aan een gemiddelde snelheid van 10 km/h bij een vermeende grenspost door een soldaat tegengehouden en in een legertentje gebracht. Onze uitreisstempel zouden ze willen zien. “Pardon? Een stémpel?!”..

We vallen collectief uit de lucht. We waren nog niemand tegengekomen die er ook maar in de verste verte uitzag alsof ie ons had moeten uitstempelen. Crisisberaad.
“We zijn over een touwtje gereden, die met enige zin voor fantasie – en in opgehangen toestand – een barricade zou kunnen zijn geweest. Spreekt ie de waarheid of wil ie gewoon wat centjes?”..
Er volgt een redelijk absurde discussie met de commandant, die in grijze joggingbroek en op Adidassletsen maar moeilijk serieus te nemen is. Conclusie na ons gesprek: eigenlijk hadden we ca. 5 kilometer eerder een grenspost moeten aantreffen, die ons van een regulaire exit-stempel zou moeten hebben voorzien. Zou_moeten_hebben.
In de praktijk was niemand aanwezig. De beambte is op bijscholing, ironisch genoeg daar waar we ‘s morgens zijn vertrokken, en nam voor het zekerste toch maar de stempel mee.
Les 1: hoe maak ik mijzelf belangrijk?
Zijn vervanger was naar’t schijnt “aux champs”, aan’t werken op het veld (lees: aan't slapen, eten of iets anders wat zijn overste niet mag weten). Later kregen we nog het verwijt dat wij door zijn barricade zijn gereden en dat ie nog schreeuwend achter ons riep. Bullocks.
Les 2: als we iets verkeerd doen dan verwijten we de ander onze eigen fouten.
Deze tekst begint een beetje naar populistische politiek for dummies te rieken.

Robert stelt terecht zijn veto om naar het vorige dorp terug te rijden. Het wordt langzaam donker en deze 5 kilometer klinken dan wel niet onoverkomelijk, maar ‘t is wel een rit van een goed uur. En dan moeten we nog terug.
De situatie lijkt uitwegsloos. De onderhandelingen lopen zo gesmeerd als werden ze gevoerd door Elio DR en Bart DW. Toch blijven we vriendelijk maar kordaat. Tenslotte treft ons geen schuld aan de situatie. Tegelijkertijd beseffen we dat we zonder stempel echt niet verder raken.
Dan komt Eva met een heuse Deus ex machina op de proppen. Het schiet haar als bij wonder te binnen dat ze een visitekaartje kreeg van de Guineese consul na een gesprekje op straat. We bellen deze lieve man op en in geen tijd komt er schot in de zaak.
Plots is de dude “op z’n veld” wél bereikbaar, bezit ie ergens nog een stempel en kan 1 soldaat op een motor 1 persoon van ons met alle paspoorten voeren. Van smeergeld is geen sprake (meer), zolang we de benzine betalen (nog geen euro). Enkele uren later is alles in kannen en kruiken en staat er in onze pas een tweede inreisstempel te blinken. Geen haan die er naar kraait dat de exit niet ter beschikking stond.

Ondertussen hebben de soldaten ons in hun hart gesloten en zijn de gesprekken er jovialer tot zelfs echt amusant op geworden. Het wordt rap duidelijk dat we vandaag niet meer verderkunnen en ze regelen dat we ons op de speelplaats van het dorp mogen installeren. Honderd meter naast hen stellen we onze tent op. Bij wijze van verwelkoming schenkt de commandant op sletsen ons een liter palmwijn. Van een verzoening gesproken.


Hij komt ons bij dageraad ook persoonlijk wekken met de melding dat we verder kunnen reizen. Na enkele kilometer piste door het niemandsland begint bij het politiekantoor aan Ivoriaanse kant de tweede akte van deze farce. Deze nieuwbouw lijkt verdacht goed op een kraakpand. Ze werd enkele dagen geleden namelijk het mikpunt van een vergeldingsactie gericht aan de lokale politie. Daarbij werd ze respectievelijk overvallen, verwoest en in brand gestoken.
(Ze hadden trouwens gelijk: een week eerder schoot de politie op een dorpsgenoot die een te lage bribe had betaald en er snel vanonder probeerde te muizen. Hij liet erbij het leven. Dit dorp neemt het recht in eigen handen.)
Buiten haar wapenarsenaal verloor dit korps – uiteraard - ook haar inreisstempel aan de woedende burgers. Running gag pur sang.

De piepjonge agenten weten het ook niet meer en staren een uurtje naar onze passen. Dan bellen ze met hun overste en krijgen per telefoon precieze instructies meegedeeld. Eerst schrijft de hulpeloze flik (dat ware eigenlijk ook een goede blogtitel geweest) al onze identiteitsgegevens tergend traag over in een – houd je vast – schriftje van de Leeuwenkoning. In de plaats van een stempel schrijft één van de grensbeambten met een stylo plechtig in onze pas, dat hij ons vandaag aan de grens zag. Na het laatstgenoemde schriftje een tweede flashback naar het tweede leerjaar: als bij een pagina in een vriendenboekje schrijft hij er – op mijn vraag of ik z’n nummer mag hebben – ook nog twee telefoonnummers op die we bij eventuele controles kunnen opbellen.
Met deze bijdrage moeten we nu 70 kilometer over pistes naar de grootste stad in de buurt rijden om daar dat ganse met een stempel te bekrachtigen.


Tegen de vooravond bereiken we voorgenoemde stad en worden onvriendelijk tot agressief van een duidelijk dronken soldaat voor het vuilst van de straat uitgemaakt. Hij wil noch kan ons verhaal verstaan. We zijn er allemaal van overtuigd dat we er ditmaal niet zonder smeergeld van onderuit zullen raken. De situatie dreigt andermaal te escaleren. Tot de schijtezatte soldaat 1 van de nummers uit mijn pas opbelt. Korte tijd later komt een agent om ons per auto te begeleiden naar het commisariaat.
Eind goed al goed. We worden door een overvriendelijke commissaris persoonlijk verewelkomd in zijn airconditioned kantoor. Hij verontschuldigt zich voor de rompslomp, biedt ons ijskoude frisdrankjes aan en praat over koetjes en kalfjes. Bribes? Niets van. Wel heeft ie graag nog een foto van onze bende en de wagen.
Waarschijnlijk voor zijn vriendenboekje.

Eerste doel in Ivoorkust is de stad Man. We kamperen andermaal op katholiek terrein midden in de stad en organiseren van daaruit dagtrips in de nabijgelegen bergen.


Le dent de Man.

Op "le dent de Man".. Morgen derby: komaan Cercle!

De ideale beloning na een lange hike..


Het grootste voordeel aan het reizen met een eigen vervoersmiddel is echter dat we op plaatsen komen die met het openbaar vervoer niet bereikbaar zijn. Het beste voorbeeld daarvan is Plage Taki. Een stukje droomstrand verstopt in de baai naast een klein vissersdorpje. Aan boord hebben we voldoende proviand om hier een kleine week te blijven. Ook onze tent houdt het ondanks de steeds vaker aanwezige tropische regenbuien ‘s nachts vooralsnog wonderwel uit, chapeau. Houden zo!


Zonsopgang.


Social network: hoe goed de mensen die met eigen transport door West-Afrika rijden met elkaar verbonden zijn merk je pas wanneer je er zelf inzit. Vooral als ze dan nog eens bijna dezelfde wagen hebben.

Visjes kopen in het naburige dorp.



Drie weken lang zijn we samen onderweg. Uit deze toevallige ontmoeting is een vriendschap ontstaan. We verlaten Eva, Robert & Thio in Sassandra en maken terug de overstap naar het leven als eenvoudige backpacker. Zo’n eigen busje, da’s voor later, als ik groot ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten