donderdag 6 juni 2013

The boatman, part II

Rio Mamoré
Aangekomen in Guayaramerin stonden we voor dezelfde keuze als in Rurrenabaque. Een kutrit van een uur of dertig of een alternatief zoeken. Voor een spreekwoordelijke appel, ei en wat sigaretten kregen we een lift op de “Lolita”. Deze woonboot duwt twee grote benzinetanken (capaciteit: 1 miljoen liter) voort naar Trinidad & terug. Dit gedeelte was duidelijk amper te vergelijken en een stuk minder idyllisch als de andere. Daarom was het echter niet minder interessant. Dit maal vaarden we dag&nacht, 8 dagen aan een stuk. De eerste vier dagen leefden we er met 25 man, vrouw & baby’s. De laatste vier dagen reisden we alleen verder met de tienkoppige bemanning.
Slapen deden we in onze splinternieuwe hangmatten. We deelden iets wat kan doorgaan als salon, bevoorradingsruimte & doorgangsweg in eerste instantie met vijf anderen, tijdens het tweede gedeelte waren we er tenminste ’s nachts alleen. Mensen die geïnteresseerd zijn in hangmat-slapen kan ik aanraden niet boven een machinekamer te gaan liggen. Goed. Daarvoor leefde ik eindelijk eens op een woonboot en kregen we een toffe blik op het zeemansleven (en rijst, kookbananen, rijst en nog meer rijst). Dit bestaat buiten bij het aanmeren voor 80% van de crew hoofdzakelijk uit wachten en voor zich uit staren. Af en toe een eend jagen en vooral altijd paraat zijn. Meermaals gebeurde het dat de stuurman ’s nachts iets raakte en dan gaat iedereen vlug kijken of er geen schade is aan de boot. We reisden zonder benzine in de laadruimten, daardoor konden we roken en kaarslicht maken op een olietanker in the middle of nowhere.
Op deze eenzame stukken regenwoudrivier waren ook heel wat dieren te zien. Meermaals zagen we mijn goede oude vriend pink-river-dolphin opduiken. Onderaan het watervlak zwemden vele grote schildpadden. Als ik een stoere zeebonk vertelde dat het toch spijtig wat dat we deze niet te zien kregen moest ie lachen. Twee dagen later vertelde Inga me dat er vier spartelende grote turtles op hun schild op het dek lagen. Tegen dat ik uit m’n hangmat raakte om ze te zien was van spartelen al geen sprake meer, en lag er een ferme plas bloed naast de vier arme beesjes. Zo bedoelde ik het ook niet, als ik vertelde dat het jammer was dat we ze niet te zien kregen..
Wat deden we daar zo al aan boord? In elk geval niet te veel bewegen. In de hangmat en op het dek lezen was mijn favoriet (een grote voorraad boeken had ik verzameld nog voor we in Rurrenabaque waren), daarnaast bleef het genieten van de natuur rond ons heen, soms bijgestaan door een streepje muziek, de zonsondergangen waren uniek en ook hier werden lustig artesania’s gemaakt. We maakten sleutelhangers & kettingen van noten, ringen van kleine kokosjes, mokken uit kokosnoten en schalen uit nog iets anders. ’s Avonds stond er altijd wat wijn bij kaarslicht op het programma. Tot zover ons hippie-leven. De muggen waarvoor we gewaarschuwd werden konden ons niet deren. Ze hadden het eens moeten zien op de Rio Beni! Gelukkig is het risico op malaria in deze streken zeer gering.
Als we dan na acht dagen nonstop varen voet aan land zetten moeten we ruim een uur wachten op vervoer naar de stad. Met twee collega’s beginnen we dan maar te “frühshoppen” (Duits voor ’s morgens pinten pakken), die in dit uur gespreksvaardiger lijken te zijn als in acht dagen varen. Zo vertellen ze onder hoog gelach bijvoorbeeld dat ze ons stiekem schildpaddenvlees voorgeschoteld hebben. We wisten van niets, en aten toch de door CITES beschermde reuzenschildpad (ik weet niet precies welke soort het was, enkel dat ie maximum een centimeter of 50 groot was, en in Zuid-Amerika alle soorten wegens uitsterven bedreigd zijn). Euh...
Na 15 dagen op het water ben ik er toch niet rouwig om dat we terug aan land zijn. De eerste hamburgers en groentenschotels zijn al verorberd. En ik heb er ook niets op tegen terug te kunnen douchen met helder water, te kunnen slapen in een bed en gewoon wandelingen in de stad te kunnen maken.
Deze avond nemen we - met alweer een dag vertraging, wegblokkades door protesterende studenten dit maal – de nachtbus naar Santa Cruz. Ik neem mijn woorden terug dat het opvallendste raakpunt tussen Belgen & Bolivianen staken en betogen is. Bolivianen zijn duidelijk beter! Grootstad here we come! (binnenkort zijn we ook eindelijk van onze chronische jeuk verlost!)

Guayaramerin's haven.


2x "onze" Lolita.




Onze gemeenschappelijke kamer, waar tijdens de eerste helft ook nog 5 mensen op de vloer sliepen.

Deze hippie zaagt noten.

Onze lievelingsplaats op't dek.



3x de prachtige omgeving.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten