woensdag 28 november 2018

Over koningssteden en medina's

Fez – Sefrou – Bhalil – Marrakech // 23 oktober – 1 november 2018 // Soundtrack by Crosby, Stills & Nash 

Een duo van koningssteden, Fez en Marrakech, overweldigend op alle gebieden. Misschien zijn de tien dagen die we ervoor uittrekken net iets overdreven. Maar goed, een medina heeft altijd wel iets te bieden..

Medina betekent zoveel als het oude, middeleeuwse gedeelte van een stad. Zo goed als elke Marokkaanse grote tot middelgrote stad heeft er eentje. Niet zelden zijn ze moeilijker te navigeren als het doolhof van Loppem.
Het rondlopen erin vordert een maximum aan aandacht. De ontelbare smalle stegen vormen samen een waarlijk ondoordringbaar labyrinth waarin we niet altijd dat vinden waar we precies op zoek naar zijn. Toch stoten we telkens op iets interessants. De weg naar iets wat theoretisch honderd meter verder houdt ons urenlang zoet. Ofwel neemt iets anders onze aandacht weg, blijven we maar in cirkeltjes rondlopen of worden we er zonder pardon aan de andere kant van de stad terug uitgespuwd.

Inga in Fez

Ter gewoonwording bieden de verschillende steden Medina-labyrinthen in alle moeilijkheidsgraden. Daar waar mijn oriëntatievermogen het nog redt in Chefchaouen, wordt het in Meknès of Marrakech al wat moeilijker. Fez spant echter de kroon en wordt ons hoogtepunt der onoverzichtelijkheid. Ook mijn moderne GPS moet er hulpeloos op toezien. Ons guesthouse biedt bijvoorbeeld de dienst aan, dat toeristen hun exacte plaats per WhatsApp sturen, om hen dan daar te laten ophalen en terug te brengen naar het hotel, de veilige haven. Met enige trots kan ik melden dat we geen beroep deden op deze service.

In zowel Fez als Marrakech laten we ons dagenlang – al dan niet opzettelijk – verdwalen in deze medina. De drukte neem ik er min of meer graag bij. Vrouwen en mannen lopen rond in traditionele Jellaba’s. Ezels beladen met pas geverfde lederwaren passen maar net in deze smalle straatjes. Het geroep van hun baasjes “belek belek” (opgepast!) is alomtegenwoordig, net als de vijfmaal-daagse oproep tot gebed van de muezzin. Er wordt verkocht, verhandeld, gepraat, gegeten en thee gedronken. Ik waan me als in een roman van Walter Moers.

Leder wordt per hand gekleurd in Fez.










Marrakech.

Marrakech.

Vermeldenswaardig over Fez: met zijn (volgens onze reisgids) oudste universiteit ter wereld geldt het als de marokkaanse stad der intellectuelen. In 1377 schrijft Ibn Khaldun hier zijn boek “Muqaddimah”. Het vertelt hoe religieuze propaganda, belastingen en hergeschreven geschiedenis een staat kan kraken of maken. Indrukwekkend, hoe deze schriften bijna 650 jaar na datum nog steeds relevant zijn.

Met uitstapjes naar de nabijgelegene en rustige oorden Sefrou en Bhalil geven we onszelf wat ademruimte. In Sefrou vertelt de charismatische Zakaria ons fier, dat de globalisering hier zijn intrede nog niet heeft gemaakt. Voor me loopt een jongedame met Hello-Kitty-rugzak. Onopvallend draai ik met mijn ogen om zachtjes kopschuddend stilzwijgend verder te wandelen..

Sefrou.

Bhalil.


Het overgrote deel van onze tijd in Marrakech brengen we door op terrasjes en drinken (veel te) zoete muntthee. Daarbij denken we na over het leven en hebben tijd om onze favoriete bezigheid te optimeren: people-watching. De mannelijke dominantie in deze theehuizen, maar ook in het openbare leven (chauffeurs, marktkramers, kelners, bediendes) valt op.

















De Djemaa el fna, het centrale plein, verandert na intrede der duisternis, in een groots openluchtspectakel. Slangenbezweerders, straatmuzikanten, kermis, eten of dansgroepen: voor elk wat wils.




Vijf dagen nadat onze telefoon het uur automatisch veranderde, merken we dat het niet nodig was. De Marokkaanse regering besliste 1 dag voor het ingaan van de wintertijd, dat ze er dit jaar niet aan meedoen. Het ging aan ons voorbij zonder erg. De bussen vertrekken sowieso pas wanneer ze vol zijn. Dit gezegd zijnde slagen we er langzaamaan in om het begrip tijdstip uit ons leven te bannen.

Na tien dagen enkel in medina’s van de koningssteden te hebben gewoond zijn we klaar voor iets anders. Er wordt vooral handel gedreven, en als toerist ben je een vogel voor de kat. Hoewel we niet eens iets kopen noch interesse tonen, lijkt het ons soms alsof we moeten betalen omdat we de lucht van een ander inademen. Dat veroorzaakt de vermoeiende oefening van het constante balanceren tussen het afhouden van de boot en het openstaan voor toenaderingen.

Tijd om wat berglucht te gaan happen. Verandering van spijs doet eten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten