donderdag 6 december 2018

Happy valley

Azilal – Imelghas – Ouzirimt n’ait Ahmed – Bou Thrarar – Ait Ouffi // 1 – 10 november 2018 // Soundtrack by The Bates


Met beschermend harnas vertrekken we naar het High Atlas gebergte. Al na enkele minuten in de bus merk ik op dat dit onnodig is. Het groepsgevoel is groot: sigaretten en thee worden vrijblijvend gedeeld tijdens de pauzes. De gesprekken met leeftijdsgenoten over muziek, school, werkloosheid en gezondheidszorg zijn interessant. Deze omgang staat in groots contrast met de laatste weken en dat zal, inshallah, ook nog even zo blijven.


Inshallah: zo God het wil. Een begrip die ten allen tijde kan worden gebruikt en vaak voor interpretatie vatbaar is. “Vertrekt er morgen een bus naar Bou Thrarar?” “Inshallah”, “Heb je ook een goedkopere kamer?” “Inshallah, maar kijk eerst eens naar deze luxekamer” en "Wordt de sneeuw deze week nog geruimd?" "Inshallah" zijn maar enkele van de vele dagdagelijkse voorbeelden.

Ons eerste aanknopingspunt wordt Aït Bouguemez, vrij vertaald the Valley of the happy. Happy maakt ze ons, we vinden prompt alles waar we in de grootsteden zo naar snakten: rust, wondermooie natuur, weinig – maar vriendelijke – mensen, gezellige dorpjes en heerlijk eten. Bovendien was dit de vallei waar Platvoet op zoek naar was met zijn vriendjes, ik ben er rotsvast van overtuigd.


De degelijke gîte d’étappe waar we ons installeren dient als basis om van daaruit te voet de streek te verkennen. We lopen urenlang van dorp tot dorp en genieten telkens weer van de verschillende bergpanorama’s die we voor ogen krijgen. Af en toe steekt iemand ons op zijn ezel goedlachs voorbij. Salam Alleikum. Gemotoriseerd verkeer is een zeldenheid. ‘s Avonds staat steevast lekkere Marokkaanse huismanskost op het menu. We zijn in onze nopjes, ‘t is méga-mooi hier.













Het weer, zoals op de talrijke foto’s te zien, kon ook niet beter. Tenminste overdag. Na zonsondergang flirten de temperaturen al gauw met het nulpunt en moeten we snel handelen. Alle kleding die we meehebben wordt dan, naar het goede oude ajuinenprincipe, over elkaar aangetrokken. Alweer met dank aan meme, die erop wees dat het in Marokko’s bergen best koud kan worden.



Door verschillende toevalligheden en andere kennismakingen biedt Al Hassein – een maat van een maat van een maat – ons aan een avond met hem mee te gaan naar huis, zodat we zijn dorp, eenzaam en alleen tussen twee bergpassen, en familie kunnen leren kennen. We happen toe, sowieso.

Hij regelt voor ons ook de rit daarheen en ik maal er niet om. Ten eerste was er dagenlang geen toegang mogelijk wegens de sneeuwval. Ten tweede staken de truckchauffeurs sinds enkele weken (gestegen brandstofprijzen en nieuwe – strengere – regels in verband met hun laadgewicht) en is er minder transportgelegenheid in die richting.

Ezelsparking tijdens de wekelijkse souq (markt) in Tabant. Deze markt was de reden dat de besneeuwde wegen geruimd werden.


Ons adrenalinepeil steigt razendsnel tijdens deze spectaculaire ritten over de passen. In een camionette, die in België grof geschat een twintigtal jaar geleden al zou werden afgekeurd, rijden we op smalle onverharde wegen. Omhoog of omlaag, de twee banden immer net naast de afgrond. Werden de remblokken nog wel gecontroleerd? Welke houding neem je het best aan bij een val in de diepte? Welke zitplaats biedt – statistisch – de grootste overlevenskansen?

Gelukkig zijn de uitzichten die ons door het vuile busraam tegemoetkomen zo machtig, dat je ze enkel met een reusachtige glimlach kan bekijken, en voorgaande gedachten al snel weer op de achtergrond verdwijnen.




Aan de rand van de weg stappen we uit. Rondom ons zie ik niets dan bergen, rotsen en cliffs. Over een boerenwegeltje wandelen we nog ruim drie kwartier verder, om een klein zuchtje van verlichting te slaken wanneer we aankomen bij Al Hassein’s lemen huis.




Sinds twee maanden is dit dorp, Ouzirimt n’Aît Ahmed, aan het elektriciteitsnetwerk aangesloten. De woonst is groot, maar eenvoudig ingericht, meubels vinden we er niet in terug. Vanaf het donker (lees: koud) wordt, verzamelt de ganse familie zich in de keuken, waar op een kacheltje het avondeten wordt klaargemaakt en het er zodoende aangenaam vertoeven is. De tajine wordt op het midden van de tafel geserveerd, waaruit we allen samen met de handen eten. Ondanks het feit dat we geen gemeenschappelijke taal spreken is het een geestige avond. Na enkele obligatoire thee’s kruipt iedereen al vroeg onder de wol. Daar is het warmer. Al gaan Inga en ik toch nog even de sterrenhemel bewonderen - een must, zo zonder lichtvervuiling - voor we ons tapijt ontrollen als matras.



Nadat ik in mijn vorige bericht sprak over de mannelijke aanwezigheid moet ik hier even orde op zaken stellen voor de Marokkanse vrouw. Hun macht ligt thuis, en het is waarlijk nog zacht uitgedrukt, dat de gemiddelde man niets voorstelt zonder hun sterke vrouwen (vrouw, dochters & schoondochters): hun tajines zouden niet worden gemaakt, hun kleren niet gewassen, hun veld niet bewerkt, hun thee niet gemaakt, hun keuken niet verwarmd, hun handen niet gewassen voor het eten .. Daar waar de man instaat voor de sociale contacten, is het enkel de vrouw die het échte werk doet. Een kracht die van hen gerust eens vaker benadrukt mag worden.

“Hoe komen we van deze eenzame plaats ooit terug weg?”. Iets in mij zegt dat we een uur of zes aan de straatkant zullen moeten wachten tot we iemand vinden die ons kan meenemen. Niets van! Al Hassein spreekt zijn connecties aan en komt ons om 7h wekken met de boodschap: “Bus, come, fast!”. Inshalah.

Met slapers in de ogen wandelen we twintig minuutjes en komen aan bij een bestelwagen die vandaag als koetransport fungeert. Samen met twee panikerende kalveren en een viertal oude mannen tukken we  nog langzamer als voorheen terug naar de straat. Aan de steilste plaatsen stappen we uit om grote stenen achter de banden te leggen omdat de motor het niet aankan.



Uren later komen we 60 kilometer verder aan in Bou Thrarar. Na een aangename tussenstop in deze vallei der rozen krijgen we een lift naar de iets verder gelegene Dades canyon. We vullen onze dagen met wandelen in de natuur, lekker eten, leuke kennismakingen en thee.

Ik begin Marokko meer en meer in mijn hartje te sluiten.





1 opmerking:

  1. Marokkaanse Azilal Tapijten

    Neem contact met ons, Beni Ouarain Outlet om de beste kwaliteit Marokkaanse Azilal-tapijten en een verzameling traditioneel bereide tapijten en tapijten te vinden die u zullen verbazen. Wij bieden de beste deals en diensten. Koop nu bij ons.


    to get more - https://www.beniouarainoutlet.com/product-tag/beni-ouarain/

    BeantwoordenVerwijderen