zondag 17 februari 2019

Transe-Mauritania

Nouadhibou // 2 – 5 januari 2019 // Soundtrack by Disiz Peter Punk

Na honderden kilometers door de Westelijke Sahara & ellenlange busritten met de daarbij horende mooie maar monotone uitzichten door het venster bereiken we de Mauritaanse grens. Mauritaniërs. Wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen? In het nieuws komen ze zelden tot nooit. Ik ken er niets van. Tijd om wat bij te leren.

Toen meme onze plannen hoorde zei ze al “zolang je maar niet door Mauritanië gaat is alles goed”. Een blik op de reisadviezen geeft de eenzijdige ondubbelzinnige boodschap: “off-limits” of “enkel als het écht niet anders kan”. Ook onze Lonely Planet voedt dit stigma. Ach. Daar het de enige landsgrens is waaruit we Marokko kunnen verlaten is er geen alternatief (sorry, meme!), het kan écht niet anders :-) ..
We hebben per internet contact met enkele inwoners van dit mysterieuze land. We worden welkom geheten. Geen woord over zogenaamde dreiging. We wagen het erop, als we er ons niet goed voelen kunnen we nog steeds snel verder naar Senegal.

Al in het brede niemandsland zetten we hoge ogen op. We zien honderden autowrakken, alle tot op de bodem geledigd. Jep, alles ook maar enigzins bruikbare werd eruit gehaald. Volgens onze reisgids liggen naast de piste nog mijnen. Dit is de eerste en zeker niet de laatste keer dat we de berichtgeving rond Mauritanië moeten relativeren. Met een minimum aan gezond verstand kom je er niet eens in de buurt. Die mijnen maken de oversteek – in tegenstelling tot wat ik niet zelden tussen de lijnen las – niet tot een gevaarlijke, heldhaftige voormiddag.
Jedoch laat deze grens een grote indruk op ons na. Hier zijn veel mensen. Zeer veel. Ze kamperen, drinken thee en leggen brochetjes op de barbeque. “Welcome to Africa”, horen we uit alle richtingen. Want inderdaad. We zijn in Afrika aangekomen.


Door stof & woestijn rijden we (opnieuw gezellig met z’n tweetjes aan 1 passagiersstoel gekluisterd) naar de eerste Mauritaanse stad achter de grens: Nouadhibou. Met zo’n 90.000 inwoners de tweede grootste stad van het land. Best wel shocking hoe alles na 1 doodgewone stempel in je paspoort kan veranderen. Alsof je kort met de vingers knipt en plots in een andere wereld terechtkomt. Want laat daar geen twijfel over bestaan. Daar waar Marokko nog vele raakpunten met “ons” Europa heeft is hier alles anders. Alles.





De vijfde geldautomaat die we proberen geeft ons gelukkig wat centjes. Hier maken we de grootste travel-fail uit onze carrière. Hou je vast.
De munteenheid is de Ouguiya en werd ongeveer een jaar geleden dankzij de inflatie gedevalueerd. 1000 oude Ougiya werden zo 100 nieuwe Ouguiya.
Tot zover alles overzichtelijk en simpel. Maar waarom precies zou men oude gewoonten moeten veranderen?
Tot op de dag van vandaag vermeld men in het ganse land de prijzen in de oude wisselkoers (helaas zo ook onze currency-app). Van toeten nog blazen wetend betalen we enkele uren lang overal vrolijk een nul te veel voor alles. 3 flessen water voor 10 euro, een Simkaart voor 20 euro.. ‘t Kan niet op! Geen wonder dat ze hier zo hulpvaardig zijn..
Onze fout wordt ‘s avonds in een restaurant opgemerkt door de sympathieke Halima. Ze meldt ons goedlachs dat het niet nodig is 100 euro te betalen voor een etentje. Oeps.
Vanaf nu weten we dus hoe de vork aan de steel zit. We kopen water voor 200 Ougiya en betalen er 20, komen de taxiprijs overeen van 300 Ougiya en betalen er 30, een overnachting kost 2000 Ougiya en alsof er niets aan de hand is betalen we met een briefje van 200. Er is ook geen vuiltje aan de lucht. Logisch, nespa?

Objectief gezien is er amper iets te zien in Nouadhibou. De stad strekt zich uit over tientallen kilometers en een centrum is er niet. De straten zijn breed, zandig en vuil. We bezoeken enkele stranden, markten en havens, maar zijn er vooral op uit om aan de hand van lange wandelingen beetje bij beetje kennis te maken met Mauritanië en zijn inwoners. 1 ding wordt al snel duidelijk: we moeten het weinige wat we voordien lazen zo vlug mogelijk vergeten en opnieuw relativeren (in één van m’n volgende blogberichten kom ik hier nog eens gedetailleerder op terug). Jep, we beginnen vanaf nul. We lopen direct iets meer op ons gemak rond.













































De straatgeiten doen alvast hun best om een oplossing voor de vele afvalbergen te creëeren. Enfin. Ze eten alles op, wat tot volgende absurde vicieuze cirkel leidt: de geiten vreten zich een baan door de plastiek-afvalbergen der mensheid die wederom zelf deze geiten (en daarmee ook hun eigen afval) opvreet.
Daar waar onze beesten gevoed worden met alles wat niet verboden is, doen ze het hier spontaan. Op zich kom je daarmee tot een gelijkaardig resultaat.

Ik wil daarmee trouwens niet zeggen dat de westerse omgang met afval (geen afval zien is geen afval hebben) beter is, integendeel. Het viel me gewoon op.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten