maandag 11 maart 2019

L'océan sans l'eau

Nouakchott Ivijaren // 18 – 27 januari 2019 // Soundtrack by Nomad’Stones

Het landschap dat we in de 500km tussen Terjit en de kust zien bestaat voor 80% uit duinen, visuele poëzie. Achteraf gezien is het jammer dat we ons woestijntrip-budget al verkwistten in Marokko, dus plannen we een bezoek aan hoofdstad Nouakchott en aan de Kaédi-regio. Eens te meer mogen we deze “plannen” al snel in de vuilbak werpen..

In de late namiddag komen we aan in Nouakchott. Onze CouchSurf-host Sara zet net haar weekend in en vertelt ons over een festival die deze avond plaats zou vinden in l’institut Français. Na zes uur schimmelen in een lokale minibus voelen we er wel wat voor om de beentjes nog eens goed uit te strekken.


Het Festival Nomade is een jaarlijks terugkerend evenement in het teken van de interculturele uitwisseling van kunst, traditie, vertier & plezier. Het wordt door Attikh, een Mauritaniër die in Canada woont, georganiseerd. Op het programma: enkele Canadese, Mauritaanse en Senegalese muzikanten. Terwijl we voor het eerst sinds maanden terug op iets als een optreden zijn krijgen we te horen dat een trekkende karavaan ook deel is van de festiviteiten en het daardoor in feite een reizend festival is. Samen met een groep echte nomaden maken de kunstenaars een 110km lange tocht door de woestijn, tot het geboortedorp van de organisator. Tijdens een gesprek met hem komen we al snel uit op de mogelijkheid dat we zijn festival voor een dag of tien kunnen vervoegen. Waarom ook niet?!







































Een dag later kruist onze groep in de vooravond de weg van de vijf nomaden en 25 kamelen die eigenlijk dromedarissen zijn en die ons deze week zullen begeleiden.
Overnachten doen we in khaimas, grote Mauritaanse stoffen tenten. Zoals verwacht verdwijnen de warme temperaturen parallel met de ondergaande zon en wordt het in minder dan een uur van ondraaglijk heet tot ijskoud. Once again trekken we al onze kleren over elkaar aan en bibberen alsnog. Een toestand, die zichzelf ondertussen al lang tot deel van onze reis heeft opgewaardeerd.







Niemand deed een oog dicht deze nacht, maar alle gieren van de adrenaline voor onze eerste karavaan-dag. In tegenstelling tot de kamelen die we in Marokko kregen, hebben deze hier een echt zadel, die er eerder als een kleine troon uitziet. Legt men er genoeg dekentjes en pulls op, dan kan men het zowaar een paar uur uithouden op zo’n beest (comfortabel is het jedoch niet). We krijgen een meterlange stok en een korte maar knappe instructie in het besturen van deze dieren.
Kameelrijden doe je zo:
- slag op zijn billen: on y va!..;
- slag op de rechter zijde van zijn hals: naar links, please;
- slag op de linker zijde van zijn hals: naar rechts, please;
Om dit geheel wat meer schwung te geven kan je dat alles met een luide “ARRR ARRRR” onderstrepen. Telkens weer.





Tot zover de theorie. Enkelen vergeten echter dat ze op een levend wezen zitten en die in tegenstelling tot een nieuwe Mercedes wél een eigen willetje hebben. Vooral wanneer ze zich lijken te storen aan de aanwezigheid van hun nieuwe baasje. Een stuk of twee tonen hun ongenoegen klaar en duidelijk. En terecht, ik zou ook op hol slaan als een nobele onbekende mij non-stop keihard op m‘n gat slaat.
Inga kampt dan weer met het tegenovergestelde probleem. Uit medelijden lijkt ze haar beest eerder te strelen met haar stok. Het gaat niet vooruit en blijft bij elke boom staan om wat blaadjes te hamsteren. Verstaanbaar, je weet nooit wat nadien komt, zo in de woestijn. Na dag 1 beslis ik alles te wandelen en zodoende Inga’s kameel te begeleiden, Ik voel me beter op de begane grond en kan meer van de verbluffende omgeving genieten op mijn eigen poten.


Onze groep bestaat uit een mens of twintig met alle geslachten, leeftijden en continenten erin vertegenwoordigd. Het is een leuke, leer- & kleurrijke bende. Na twee dagen merken we wel al op dat, buiten onze vriendin Sara, niemand het gewoon is om ook maar een dag de stad te verlaten.
Het aanbod om stukken met de jeep af te leggen wordt door velen al op dag twee in dank aangenomen. Niet enkel omdat de gemiddelde toeristenmaag niet zo aangepast is als die van ons. Maar nog meer heeft het opladen van de batterijen van het vele technische materiaal allerhoogste prioriteit, zodat enkelingen elke avond pendelen naar het dichtsbijzijnde dorp. Aan de echt belangrijke dingen zoals zonnecrème, zaklampen, sigaretten of een drinkfles hebben enkel wij gedacht. Zo leveren we net als de filmmakers, fotografen en andere muzikanten alsnog een nuttige bijdrage tot deze trip.



Bijna elke avond maken we in the middle of nowhere een groot kampvuur; the centre of everywhere. Het Canadees/Algerijns/Frans ensemble van Nomad‘Stones heeft niet enkel gitaar, trommel en viool meegebracht, maar ook een oplaadbare versterker. Ze geven ons onvergetelijke woestijnnachten.



De laatste dag van de trektocht is er eentje hors catégorie. Vooral door Attikhs’ Afrikaans talent voor planning moeten we een onrealistisch lange étappe afleggen. We staan om 5u op, vertrekken dan pas om 9u en zijn om 10u bij de kamelen. Een uitgebreide middagpauze inclusief siësta, sneloperatie van 1 kameel (het verwijderen van een etterzweer die als een tennisbal in zijn muil zat)  en het obligatoire gebed hebben we zo’n vertraging opgelopen, dat we na de verbluffende zonsondergang nog urenlang in het pikdonker over de grootste duinen lopen. De kamelen zijn, ondanks hun powerfood deze middag, uitgeput en iedereen legt de laatste uren te voet af. Gelukkig is Mohamedou een van de besten ter wereld in zijn vak en leidt ons met behulp van de sterren telkens weer over duin & dal. De glimlach die van start tot eind op z’n gezicht geschreven staat is niet te evenaren. De opluchting is groot wanneer we aan de horizon uit het niets een groot kampvuur zien opduiken. De rest van de groep (de meerderheid eigenlijk, die in de jeep meeging) maakte deze ter oriëntatie en verwelkoming. Voorts krijgen we nog een glas deugddoende verse Zrig, kamelenmelk met suiker. In het licht van de volle maan bekijk ik mijn voeten en die zien eruit alsof ze net een marathon op flipflops in het zand hebben gelopen. Een dag later horen we dat ze dat ook effectief hebben gedaan. Dan verklapt Attikh ons terloops bij het ontbijt dat we 45 kilometer hebben afgelegd, maar gisteren de groep niet wou demotiveren door dat te zeggen. Een geluk dat hij zo’n type mens is op wie je niet boos kan worden..








Drie nachten blijven we kamperen in Ivijaren, Attikh’s dorp, bestaande uit drie huizen, alwaar deel drie van het Festival Nomade plaatsvindt. Naast kamelenkoers, kamelenshow en wat entertainment voor de kinderen staan er ook nog enkele jamsessies en optredens met Nomad’Stones & lokale muzikanten op het programma. Mensenmassa’s stromen toe uit de naburige dorpen. Terwijl de vrouwen onverwoestbaar trommelen, zingen en woohoo’en voeren de mannen een soort Capoeira-dans op. Tot laat in de nacht klinkt de muziek luid. Niet enkel de lokale muzikanten, maar ook de beste dansers krijgen op tijd & stond een geldbriefje toegestopt ter betaling van hun brood & spelen. De enthousiaste dorpsbewoners laten de onvergelijkbaar slechte sound van de moskee-luidspreker niet aan hun hart komen. Maar een buitenlandse kniesoor die daar op let.



De volgende dag wordt een jong kameel geslacht, die Attikh’s moeder kookt voor alle honderden aanwezigen terwijl de festiviteiten gewoon doorgaan. Al Jazeera komt ons filmen en Mohamedou toont eens te meer hoe je een brood moet bakken door het zand rond het kampvuur als oven te gebruiken.






































Na tien dagen rijden we terug naar Nouakchott en zit het feestje erop. We zijn Attikh en alle nomaden dankbaar ons de kans gegeven te hebben om de woestijn nog maar eens op een andere manier te leren kennen. Want ja, deze nomaden weten wat overleven is. We waren er trouwens op uitnodiging en moesten voor dit ganse niets betalen. We kregen er zelfs kledij bovenop. Merci, Atikh!!

Attikh

Geen opmerkingen:

Een reactie posten