Cairns - Port Moresby // 18 - 22 Augustus 2014
Iets na middernacht
landen we in Cairns. We hebben tien uur tijd te doden tot onze aansluiting naar
Port Moresby in Papua Nieuw Guinea komt. Na acht uur wachten kunnen opent de balie
voor onze vlucht. Nietsvermoedend willen we onze rugzakken afgeven en snel
inchecken. Deze plannen vallen al snel in’t water. Een ware, zenuwslopende
odyssee begint.
De vrouw aan de
balie wil ons Visa zien. “Hebben we nog niet, die krijgen we bij aankomst”..
Dan vraagt ze naar onze terugvlucht. “Hebben we ook nog niet, we verlaten PNG
per bus, richting Indonesie”.. Hoewel we gechecked & gedubbelchecked
hebben, dat dit geen problem is, wordt ons de toegang tot het vliegtuig absoluut
verweigerd. We verliezen ons geduld. Nergens was van deze voorwaarden sprake en
dan nog? Wat heeft deze onvriendelijke, dikke Australische vrouw aan de balie
van een luchtvaartmaatschappij te doen met de inreisvoorwaarden voor Papua Nieuw
Guinea??? Overmoedig door de net verworvene macht over twee nieuwe marionetjes
die gedwongen naar haar pijpen dansen vraagt ze ons een bankvoorschrift om aan
te tonen dat we kapitaalkrachtig genoeg zijn om ons deze vakantie te
veroorloven. What the fuck???
Er volgt wat
telefoonverkeer met de PNG-ambassade. Ja, natuurlijk is het ok om de grens
overland te volgen. Ze zijn d’r wel gerust in. Doch. De koe aan de balie houdt
voet bij stuk, is boos en vertelt met een gemene lach dat we niets anders kunnen
doen dan een terugvlucht boeken bij haar maatschappij. Op dit moment hebben we
sinds circa dertig uur niet meer geslapen, ons geduld is op en onze hersens slaan
tilt. Bovendien tikt de tijd verder en hebben we geen andere oplossing. De
check-in voor onze vlucht sluit binnen 15 minuten en als we tot dan geen geldig
vliegticket (enfin, terugvlucht) kunnen voorleggen, is er geen sprake van dat
we op ons vliegtuig raken. Onder druk gezet, met onze rug tegen de muur geven
we het op. We kunnen niets anders dan toegeven aan deze gefrustreerde koe &
haar machtsspelletjes. In letterlijk allerlaatste instantie boeken we online de
goedkoopste vlucht van PNG naar erbuiten (bij haar fuckin’ maatschappij). Voor
absoluut onnodig weggesmeten geld vliegen we nu ergens begin okotober terug
naar Australie – een alibi-vlucht, die we natuurlijk nooit zullen nemen.
In looppas
willen we naar de metaalcontrole, maar al bij het checkpunt van de Australische
immigratiedienst worden we opnieuw tegengehouden. Hier is men alles andere als “amused”
over het feit dat we ons jaarvisa voor Australie met de volle twee (!!) dagen
overschreden hebben. Het regent onvriendelijke vragen (“a haaa, en waarom lag
je hier dan op’t vliegveld te slapen als je nog tickets moest boeken??”) waarop
we als antwoord niet meer kunnen als wat loshangende woorden stamelen. We zijn
tette. Het tv-scherm toont naast ons vluchtnummer terwijl de “final call” aan.
We beginnen echt zenuwachtig te worden.
Uiteindelijk
wordt op het eind ook hier alles ok, zoals altijd, en zitten we daadwerkelijk
in het vliegtuig om Australie te verlaten. Nadat ik Inga troostend in m’n armen
neem kalmeren we mede door het prachtige aanblik van het Great Barrier Reef,
die men prima zien kan van uit de lucht.
Great Barrier Reef |
Daarbij kwam ook nog dat we door dit kleine spelletje geen tijd meer hadden
onze grens-taxback te regelen. Eigenlijk hadden we voor laptop, camera, etc.
nog plus honderd euro belastingen terug gekregen. Kans gemist. Als’t hier zo
verder gaat zijn we sneller weer thuis als ons lief is..
Maar genoeg daarmee. Na amper 90 minuten vliegen landen we in Port Moresby. ‘t Is warm. Bij de dienst-Immigratie van PNG krijgen we voor de verandering geen problemen. Natuurlijk is geen kat geinteresseerd in onze terugvlucht, iedereen lacht, vraagt onze namen en heet ons welkom. We moeten niet eens voor ons visa betalen.
Port Moresby,
de hoofdstad zijn eerder verschillende samengesmeten vooroorden als een echte
stad. De lijst van stadsdelen waar men uit veiligheidsredenen als onbekende
(lees: witte toerist of zelfs iemand van een ander deel van de stad) niet per
se moet rondlopen is langer dan de enkele plaatsen waar men vrij kan rondlopen.
Na zonsondergang wordt aangeraden zich uberhaupt niet meer op straat te tonen.
Is deze stad werkelijk zo gevaarlijk? Ons guest house bevindt zich in elk geval
achter een groot & hoog ijzeren tralies (net als de meeste gebouwen die we
zien). De ingangspoort wordt dag en nacht door twee veiligheidsagenten bewaakt.
Na Australie
moeten we er ook weer aan wennen dat we, gelijk waar we komen, nieuwsgierig
aangestaard worden of en golf van enthousiasme veroorzaken. Onveilig voelen we
ons allerminst, we worden vooral vriendelijk & met een grote glimlach
begroet.
Helaas is er
niet al te veel te doen in Port Moresby, en mooi kan men de stad pas echt niet
noemen. We bezoeken te voet enkele (veilige, mama & papa) stadsdelen,
markten en kijken wat we hier zo kunnen smikkelen. We bezoeken het parlement,
het schattige nationale museum en de botanical garden. Maar hier geldt opnieuw:
op de straten beleeft men het eigenlijke avontuur. Probeert men met openbaar vervoer
en door rondvragen zogenaamde bezienswaardigheden te bereiken kan men er zeker
van zijn onderweg interessantere dingen te beleven, gesprekken te voeren al
swat in het museum te zien is dat men eigenlijk zoekt.
Gek genoeg
zijn vanuit de hoofdstad amper wegen verbonden met andere steden. De mogelijkheden
om over land te reizen zijn beperkt. Daarmee zijn we vier dagen later alweer
aan de luchthaven. We vliegen met een kleine maschine naar de Island Provinces
(New Britain – New Ireland), een mini-jet met propellers en plaats voor 39
personen. Jep, ook van hier zijn de uitzichten fenomenaal..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten