zaterdag 29 december 2018

Holiday destination

Essaouira – Taghazout – Paradise Valley - Aourir – Agadir // 28 november – 14 december // Soundtrack by Nadine Shah


Voor ons vertrek naar Marokko namen we het ons vast voor: na de culturele reis met meme gaan we eerst even uitblussen aan ‘t zeetje. Het is een zware zomer geweest en we zijn toe aan vakantie. Ruim zeven weken later beseffen we dat we amper stilstonden, hoog tijd voor een drastische maatregel: STOP.  Zonder pardon laten we alles liggen waar we mee bezig waren en reizen door naar de kust om te genieten van ons nieuwe werkloze leven: uitslapen, drinken, roken & chillen.

We staan er niet alleen voor. Samen met Matti, die Brugge-Dakar fietst, huren we een appartementje voor een kleine week. Daar verheugen we ons als een kind op 6 december over de dagdagelijkse “luxe” van een wasmachine (draait overtoeren), een keuken, een eigen badkamer met permanent (!) heet (!!) water en zelfs een frigo. Ook Essaouira’s binnenstad klimt in no-time op naar de eerste plaats in ons fictieve stedenklassement. Het heeft de pluspunten van een Medina uit een grootstad, zonder er de vervelende neveneffecten bij te moeten nemen: ‘t is er mooi en vooral laid-back. Je kan er op’t gemak rondwandelen zonder constant geviseerd te worden door handelaars.






Er is een oude vissershaven waar een kilo sardientjes tien dirham (1 euro) kost, maar waar timmermannen ook naar hartelust euh, timmeren, aan nieuwe boten. Er zijn de oude stadsmuren, streetart &-food (my pick: visbouletten). Korte wandelingen buiten de stad leveren kilometers eenzame stranden, duinen, kamelen en bossen op. Dit alles op een bedje van gezapige locals, hippies & surfdudes/-dudettes.





Niet te vergetgen: we herontdekken het genoegen van de Carrefour (kaas en vooral wijn!) en vinden via Googlemaps een gat om in te pinten te kruipen: “Cheap but unknown, aka the hole”: open tot middernacht, een even simpele als geniale menukaart (bier, wijn, wiskey of pastis) en met een cliënteel in alle lagen van de bevolking. Netjes.






Na een weekje eten & vermaak gaan we terug over naar de orde van de dag. Voor Matti is dit fietsen (we zullen elkaar wel nog eens tegenkomen, volg hem op https://mattisayshi.com), wij hebben echter de smaak te pakken en beslissen onze strandvakantie verder te zetten in Taghazout: het Walhalla van de surfers. Diegene die mijn blog al wat langer volgen weten dat mijn talenten niet op een surfplank staan, dus hebben we veel tijd voor de echt belangrijke dingen des levens: eten, koffie en lezen op onze ligstoelen terwijl we braden in de zon. Dat alles op ons eigen balkon dertig meter van’t strand, meer moet dat niet zijn.




Om het nadien wat actiever te doen gaan we een dertigtal kilometer terug naar het binnenland om te gaan wandelen in de paradise valley, die zijn naam allerminst gestolen heeft. Na enkele dagen activiteit word ik echter wat ongerust, ik wil terug naar de kust.




Zo gezegd zo gedaan. In Aourir koken we visjes en zien toe hoe surfers machtige golven bedwingen. Voor het verdere verloop van deze reis hebben we nog wat spulletjes nodig (slaapzak) en bezoeken daarom de laatste Decathlon tot Dakar. Helaas pindakaas, deze is te vinden in Agadir. Daar stoppen hadden we op basis van onze vooroordelen eigenlijk willen vermijden. Op de ganse strandpromenade treffen we vooral zongebruinde gepensioneerden, veel security-personeel, een kermis, hotels van het genre Club-Med en een Mc Donalds. Daarenboven schieten de nieuwe shoppingmalls, luxehotels en -appartementen als paddenstoelen uit de grond.
Positief verrast waren we daarentegen van het reuzachtige centrum: deze stad floreert met zijn bruisend straatleven als een moderne en aangename Marokkaanse stad. Het contrast met de plastieken strandpromenade kan niet groter zijn.



Agadir wint het van onze vooroordelen met 2-1 met een rake streetfood-strafschop in de laatste minuut. En terecht, pinanti is pinanti.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten